De algemene stelling is dat dieven niet van licht houden. Daarom lijkt straatverlichting een goede preventieve maatregel. Brits onderzoek bewijst echter het tegendeel als het gaat om auto’s. Waar straatverlichting als proef werd uitgeschakeld, werd minder in auto’s ingebroken.
Als reden noemen de onderzoekers dat dieven vaak bij gelegenheid toeslaan, dus als zij iets van waarde zien liggen in de auto. Als er vanwege de duisternis niets te zien is, laten zij de auto met rust. Zij gaan ook niet met een zaklamp zoeken, omdat dat te veel opvalt in een donkere straat. Daarnaast is het in donker ook moeilijker om onderdelen van de auto te stelen. Voor het onderzoek werd in vier Britse plaatsen negen jaar met de helderheid van de straatverlichting geëxperimenteerd.
Onveiliger gevoel
Door de verlichting tussen 0:00u en 05:00u geheel uit te schakelen, daalde het aantal diefstallen uit auto’s met 44 procent. In omliggende buurten, waar de verlichting aan bleef, steeg het aantal diefstallen. Een nadeel van het uitschakelen van de straatverlichting is volgens een van de onderzoekers wel dat mensen zich minder veilig gaan voelen op straat. En zo zijn er meer redenen om de straatverlichting niet uit te schakelen. In donkere straten is de kans groter om met geweld of berovingen geconfronteerd te worden en duisternis maakt het lastiger om misdrijven op video vast te leggen. Het Britse onderzoek is waardevol voor gemeenten, die het kunnen gebruiken bij overwegingen om straatverlichting vanwege de hoge energieprijzen op bepaalde tijden te dimmen of geheel uit te schakelen.
